Hier was een grote school; ze had beneden en boven een zaal.
Jezus ging er met zeer vele mannen in. Ook trokken vele vrouwen
binnen en nog andere mensen uit de naburige steden kwamen
luisteren naar Jezus’ woord, zodat de school propvol was.
Jezus beval een leerstoel in het midden te plaatsen en
onderrichtte eerst de mannen. Daarna kwamen de
vrouwen, die van achteren stonden, naar voren op de
plaats van de mannen, die achteruitweken, en Jezus
sprak van de noodzakelijkheid Hem te volgen, ook
van zijn naderend eind en van de straffen over allen
die in Hem niet zouden geloven. Velen uit de stad
reageerden hierop met gemor, want onder de toehoorders waren
vele boosgezinden.
Ik zie de H. Vrouwen langs 2 verschillende wegen naar hier
komen: de H. Maagd, Magdalena, Marta en nog 2 andere,
waarbij, geloof ik, Maria’s oudste zuster; ze komen uit het
westen, uit de omstreken van Jeruzalem.
De bode die Jezus hun toegezonden had, is bij hen. (Vrouwen
reizen nooit alleen). Hij gaat voorop en draagt 2 pakken;
zij gaan en reizen niet snel; zij hebben onderweg ook eenmaal bij
deugdzame mensen overnacht. Wanneer zij ergens hun intrek
willen nemen, gaat de bode vooruit om de herberg te bestellen.
1637.
Ik zie ook de vrouw en de dochter van Petrus en de vrouw van
Andreas uit noordwestelijke richting komen. Zij hebben eveneens
zulk een dienstbode bij zich.
De H. Vrouwen kwamen hedenavond in het huis, dat zij vóór
Jericho naar de kant van Efron gehuurd hadden. Hier zijn nu 10
vrouwen bijeen, want ook de vrouw en de dochter van Zacheüs
zijn er nu nog bijgekomen. De dochter is gehuwd en haar man is
een leerling van Jezus, een zeer voortreffelijke leerling.
Fascikel 28
3142
|