background image
Jezus bij Lazarus, Magdalena en Marta.
1641.
18 januari. –
Ik zag ook Jezus met Joannes, Andreas en Jakobus de Mindere
zich van de Jordaan verwijderen, daar het gedrang te groot
geworden was. Ik zag hen terug in de nabijheid van Betel.
In dit gewest had Jakob op een heuvel dat visioen gehad van de
ladder die de hemel raakte.
Bij hun aankomst was het reeds donker. Zij gingen naar een huis
van vrienden, die hen verwachtten. Het waren Lazarus met zijn
zusters, met Nikodemus, die een geheime leerling was en met
Joannes Markus, die samen in stilte hierheen gekomen waren.
De huisheer was getrouwd en had 4 kinderen; het huis had een
voorhof met een bron. (En ook, naar het schijnt, een voorgebouw,
waar Jezus aanklopt).
Toen de Heer en de apostelen aanklopten, kwam de huisheer met
2 van zijn kinderen opendoen. Hij leidde de Heer naar de bron en
waste Hem en de apostelen de voeten. Terwijl de Heer op de rand
van de bron of waterput zat, zag ik Magdalena uit het huis komen,
Fascikel 28
3148