background image
huis, waar een eetmaal gereed stond; hij was gehuwd en had vele
kinderen, waaronder nog kleine. Twee volwassen zonen van 16
tot 18 jaren woonden niet thuis, maar dienden aan het Meer van
Galilea in de visserij bij de woonplaats van Andreas, zo ik meen.
Andreas had hun door boden laten weten dat Jezus daar was en
waar zij moesten komen om Hem te ontmoeten.
1643.
Na de maaltijd bracht de man Jezus en de apostelen bij een
twaalfjarige dochter, die reeds sedert lang zeer bleek en roerloos
lag, als dood en niet in staat te verroeren; zij had de geel- en
maanzucht.
Jezus beval haar op te staan, en nadat zij opgestaan was,
leidden Hij en Andreas haar bij de hand tot de bron,
waar Jezus water op haar hoofd goot. Hierna moest
zij een eigenlijk bad nemen. Bij de bron was in een tent
een waterbak, waar zij Jezus’ bevel volbracht. Zij ging daarna,
zonder geleid te moeten worden of steun nodig te hebben, met
Jezus en Andreas, in het huis tot haar ouders terug. Deze dochter
was zeer groot voor haar leeftijd846. Wanneer Jezus met de
apostelen verder ging, deed de man hun uitgeleide.
Ik zag de Heer vóór de sabbat in een kleine stad aankomen; zij
waren nauwelijks onder de poort, of daar kwam een man die hen
naar een woning in de stadsmuur bracht, waar zij konden
overnachten; voor het overige bood hij hun niets aan.
Jezus begaf zich met zijn gezelschap aanstonds naar
de synagoge en vierde er de sabbat.
846 De vermelding dat men in hete landen vroeger groot en rijp is, vindt men
bij K. herhaaldelijk terug. Dit verzekerde zij ook van het dochtertje van
Jaïrus. Een kort commentaar daarop staat in fasc. 20, nr. 891, voetnoot
450.
Fascikel 28
3152