vraag om het dagelijks brood zegde, maar ik kan het niet
meer herhalen.
Jezus genas ook heden weer verscheidene melaatsen,
die men op zijn weg gebracht had; zij gingen heden nog
niet naar Betanië om te overnachten, maar een uur van daar
bleven zij in een herberg die aan de H. Vrouwen toebehoorde.
(Bedoeld zal zeker zijn de herberg van de leerlingen, een uur ten
noorden van Betanië, die wij plaatsten te Boeqeia Dan;
zie kaart in fasc. 10, nr. 251, voetnoot 69 en fasc. 27, nr. 1481 en
tekst in fasc. 10, nr. 289).
Fascikel 28
3165
|