de rook sloeg in de aarde; de hele eredienst en alle gebeden
gingen naar omlaag.
Ik zag daar een soort van heiligdom, een offerande, maar alles
was met bespotting, ontheiliging, mismaaktheid, met
walgelijkheden en schanddaden vermengd. Het was een geheel
van werkingen, handelingen en ceremoniƫn in dienst van de
duivel. Ik kan de afschuwelijkheid ervan niet beschrijven: alles
was hoon, gruwel, uitwerpsel, drek en al wat iemand doet walgen.
1661.
Ik zag rondom dit middenpunt personen, die uit kruiden, waarvan
ik de namen kende en waarvan ik in mijn jeugd een
onweerstaanbare afkeer had, wanneer ik ze ergens zag staan, en
uit andere vreselijke giftplanten in grote ketels een kooksel
bereiden.
Ik zag dat zij zich daarmee zalfden; ik zag ze daar liggen en zag
ze dan op andere plaatsen terug, waar zij met mannen samen-
komsten hadden, die even versteend en aan het kwaad over-
geleverd waren en met wie zij alle kwaad en zonden bedreven.
Ik zag ook dat uit al hun zielen draden naar andere plaatsen
gingen en van daar tot hen terugkeerden en dat daardoor de enen
van de anderen veel wisten en vernamen. En ik zag dat als zwarte
vogels (boze geesten) in die draden of geestelijke kanalen de
verbinding onderhielden en berichten heen en terug brachten.
Alles was gruwel en wanschapenheid.
Ik zag ook dat zij de mensen allerlei schade en ziekte
berokkenden en hun mengsels van vreemdsoortige vuiligheid en
uitveegsel, haar en naalden aanbrachten, die zij in hun zalven
wierpen. Onder dit soort mensen zag ik personen uit alle landen,
en, helaas! ook nog uit onze tijd en gewest en vooral vele Joden
uit vreemde gewesten. Alles bijeen was die kliek niet zeer groot;
alles geschiedde met duistere geheimhouding en niets brachten zij
voort dan onzinnigheid, gruwelen en boosheid en dit zonder winst
of bate voor zichzelf.
Fascikel 28
3174
|