die verbrand werden, en ik liep met mijn vrienden naar de
verlichte zijde van de akker.
Nota van de Pelgrim.
Het was onmogelijk dit grootse visioen in zijn geheel weer te geven
met de eigen woorden van de zuster, daar zij vele dingen tweemaal
vertelde of vermengde.
Overigens bevat dit verhaal niets wat ze niet heeft gezegd,
integendeel veel min. Alleen is hier een juister volgorde aan haar
mededelingen gegeven, zoals zijzelf het heeft bekend, toen ik haar
achteraf de redactie voorlas.
Zij zag in elk van die werelden of kringen een geheel planten‐ en
dierenrijk, die op die werelden een fysische, morele en mystieke
betrekking hadden, gelijk zij ook zag het misbruik dat in die werelden
in deze 3 opzichten van de schepselen gemaakt werd.
Zij zag de betekenis van de dieren in hun reële en zinnebeeldige
betrekking tot de zonden en tot de eraan tegenovergestelde
deugden.
Zij zag het doen en laten der gevallen wereld buiten de Kerk, hoe ze
door haar misdrijven de duivel persoonlijk en onmiddellijk en in de
natuur middellijk (= impliciet, indirect , langs een omweg, niet
rechtstreeks) of onrechtstreeks dient, en hoe ze in haar
hoogmoedige gedachten en zelfverwaandheid zichzelf aanbidt en
van zichzelf redding, geluk en heil verwacht850.
850 Hier willen wij dit groots visioen in enige regels essentieel en
overzichtelijk trachten weer te geven.
De bezetenheid van de man is een beeld van de slechtheid van de wereld.
Deze slechtheid bestaat in 3 categorieën van mensen; ze vormen 3 rijken of
knopen, 3 werelden.
-
De slechtste dezer mensen zijn totaal bedorven, slecht in de hoogste
graad, pervers, ontuchtig, gewetenloos, onrechtvaardig, versteend,
haatdragend, wreed, goddeloos, wellustig, duivelsgezind, strijdend
atheïst.
Fascikel 28
3179
|