Daarna maakte Hij gewag van zijn snel naderend
lijden en zei dat Hij eerst nog plechtig in Jeruzalem
ingehaald zou worden (op 15 maart).
1683.
Hij sprak over Maria, zijn Moeder naar het vlees, en
over het grote lijden dat haar te wachten stond; over
zijn zending en haar nabije vervulling, over het
vreselijk lijden dat men Hem zou aandoen. Maar Hij
voegde er aan toe, dat Hij moest lijden, ja, eindeloos
veel lijden, om voor de zonden te voldoen. Hij sprak
daarbij over de diepe bedorvenheid en schuld der
mensen, ten gevolge waarvan niemand zonder zijn
lijden gerechtvaardigd kan worden (Hebr. 9, 16-23).
Toen Hij van zijn lijden en voldoening voor de
zonden sprak, begonnen de Joden te razen, te lachen en te
smaden; zij fluisterden onderling en wisselden grimmige
oogslagen; zelfs gingen enigen buiten en spraken daar met
straatvolk, dat gehuurd scheen om daar spionagedienst te
verrichten. Het scheen mij een afgesproken complot om Jezus te
verrassen en gevangen te nemen.
Maar Jezus zei tot de zijnen dat zij zich daarover
niet ongerust hoefden te maken, dat zijn tijd nog
niet gekomen was, en dat deze vijandige opzet en
smaad reeds een aanvang en een onderdeel van zijn
lijden was.
Hij sprak verder in zijn onderrichting over de
vergaderzaal van het laatste avondmaal (het
Cenakel) en over de nederdaling van de H. Geest in
die zaal, zonder nochtans dit huis te noemen.
Hij sprak van een laatste bijeenkomst en van het
nuttigen aldaar van een versterkende en
verkwikkende spijs en Hij beloofde dat Hij in die
Fascikel 28
3203
|