Galaäd (stad) waarheen Andreas en Zacheüs zich begaven, was
niet ver van Pella, waar Judas in zijn jeugd was grootgebracht.
(Over Galaäd, zie fasc. 16, nr. 600, voetnoot 286.
Over Judas, fasc. 18, nr. 800).
- Jakobus de Meerdere en een andere leerling
moesten naar de met heidenen bevolkte bergstreek
ten noorden van Kafarnaüm. (Daarom heet in de H.
Schrift dat district of land het Galilea der heidenen).
-
Tomas en Matteüs moesten evenwel naar Efeze
trekken om het gewest voor te bereiden, waar
eenmaal zijn Moeder en velen die in Hem
geloofden, zouden gaan wonen; zij waren zeer
verwonderd dat Maria daar zou gaan wonen.
Fascikel 28
3206
|