De andere apostelen en leerlingen waren gedeeltelijk in de
leerlingenherberg vóór Betanië, gedeeltelijk in andere plaatsen.
1694.
Jezus zegde hier tot de (3) apostelen dat de dag van
zijn intocht in Jeruzalem op morgen, (de 15e),
vastgesteld was.
Vervolgens stuurde Hij iemand (naar de
leerlingenherberg en elders) tot de andere apostelen
om ze te ontbieden, en wanneer zij nu allen
vergaderd waren, sprak Hij hen lang toe, en ik zag
hen door verdriet overvallen worden.
Hij toonde zich jegens de verrader Judas nog
vriendelijk en belastte hem met een opdracht; ik
geloof dat hij leerlingen bijeen te roepen kreeg.
Fascikel 28
3218
|