De bekomen zegen verdeelde en verspreidde zich naar alle zijden
tot in de verste werelddelen.
1696.
Jezus gaf de uitleg van deze parabel; ze bevatte de
leer over het paradijs, over de val in de zonde en
verlossing, over het rijk van de wereld en over de
wijnberg van de Heer in de wereld.
De wijnberg wordt door de vorst van de wereld
aangevallen en de Zoon van God wordt door dezelfde
vorst in de wijngaard mishandeld, ofschoon Hij de
wettige bezitter en bebouwer ervan is, daar de Vader
Hem de bebouwing ervan heeft toevertrouwd.
De parabel deed ook uitkomen dat, gelijk de zonde
en de dood in een tuin een aanvang hebben
genomen, ook zijn groot lijden in een tuin moest
beginnen en dat ook de voldoening door de dood, en
de zegepraal over de dood in een tuin moest bewerkt
en voltooid worden.
‘s Avonds, nadat de Heer deze parabel voor de H. Vrouwen
uitgelegd had, was er een maaltijd in de grote onderaardse zaal
(steeds dezelfde). Hier was het dat Jezus de parabel voor de
vrouwen had verteld in het onderdeel van de zaal, nl. in de
driehoekvormige kamer, die door een traliewerk gevormd en van
het overige afgesloten was. De tafel werd zeer vlug weggeruimd
en de Heer deed nog een lering in de
tegenwoordigheid van bijgekomen leerlingen, die zich
tot dan toe veiligheidshalve verspreid gehouden hadden.
Begunstigd door de duisternis hadden zij zich nu weer verenigd
en in de bijgebouwen van Lazarus’ kasteel gewacht.
Fascikel 28
3221
|