background image
1700.
Het (2e) paar vooruit gezonden leerlingen hadden de ezelin van de
omtuining losgemaakt, en terwijl zij daar een hele tijd op de
aankomst van de Heer en van zijn gezelschap wachtten,
vermeerderde gedurig de kring van volk rondom hen.
Jezus rangschikte nu zijn stoet. Hij zei tot de
apostelen dat zij voortaan, en vooral vanaf zijn
dood, zich altijd en overal aan het hoofd van de
gemeenschap moesten stellen en haar voorgaan.
En nu liet Hij hen twee en twee vóór zich aantreden.
-
Petrus was de eerste en op hem volgden zij, die
nadien het Evangelie het verst hebben uitgebreid.
-
De twee laatste vóór Jezus waren Joannes en
Jakobus de Mindere.
Toen de stoet van Jezus Betfage begon te naderen en de
wachtende leerlingen Hem zagen aankomen, trokken zij met de
beide dieren Hem op de weg tegemoet. De leerlingen legden op
de ezelin de mantels en dekens, die zij van bij Lazarus hadden
meegebracht; ze hingen tot de hoeven van het dier neer;
alleen de kop en de staart van het dier bleven zichtbaar.
Ook Jezus trok nu zijn feestgewaad aan859, dat een leerling Hem
had nagedragen; het was van fijne, witte wol en had van achteren
een soort van sleep. Jezus deed ook een brede gordel om, waarop
lettertekens stonden en om de hals hing Hij een soort van brede
stool, die tot onder de knieën afdaalde; de beide einden ervan
waren als 2 bruinkleurige schilden geborduurd.
859 Feestgewaad. – In fasc. 15, nr. 542, heeft K. gezegd: Jezus droeg hier
(bij de bron van Jakob) een lange witte rok van fijne wol, als een albe met
brede gordel; het was een profetenkleed dat de leerlingen gewoonlijk in
bewaring mee droegen. Jezus gebruikte het slechts, wanneer Hij in het
openbaar leerde of enig profetisch werk wilde verrichten.
Fascikel 28
3229