background image
huizen gesloten houden en het was verboden Hem of ook maar
zijn leerlingen enige verversing toe te reiken.
In Betanië gingen zij in het herberghuis (Herbergshaus) van
Simon, de genezen melaatse. Deze was nu goed gestemd en had
alles voor een maaltijd bijeengehaald.
Magdalena, vol medelijden met de moeizame arbeid van de Heer,
trad Hem bij de ingang van het huis tegemoet; zij droeg een
boetekleed, een gordel om het lichaam en een zwarte sluier over
haar losgemaakte haren. Zij wierp zich aan zijn voeten neer en
veegde met haar weelderig hoofdhaar het stof van zijn voeten af,
gelijk men iemands schoenen poetst; zij deed dit openlijk en
menig getuige van haar handeling nam er aanstoot aan.
Na in het huis hun sabbatklederen aangetrokken en de lamp
ontstoken te hebben, verrichtten zij onder de lamp hun gebeden.
Daarna gingen zij aan tafel. Terwijl zij aanlagen – het liep naar
het einde van de maaltijd – verscheen Magdalena opnieuw.
Haar liefde, dankbaarheid, berouw en droefheid dreven haar tot
Jezus; zij kwam achter zijn ligstoel, brak een flesje met
welriekende zalf boven zijn hoofd en goot er dan ook nog van op
zijn voeten. Na deze dan met haar haren afgedroogd te hebben,
verliet zij weer de zaal.
1709.
Verscheidene aanwezigen waren over haar daad wat geërgerd,
maar meer dan alle anderen was Judas dit en hij bracht ook
Matteüs, Tomas en Joannes Markus in een wrevelige stemming.
Maar Jezus pleitte voor haar liefde en stelde haar in
het gelijk.
Zij heeft Hem zeer dikwijls zo gezalfd, hoewel dit maar ééns in het 
Evangelie staat, gelijk menig ander feit, dat zich nochtans meermalen 
voordeed.  
Fascikel 28
3242