background image
Ik geloof dat deze lering over het Rijk nog wel 8 dagen zal duren.
Onmogelijk kan ik ze behoorlijk herhalen, maar ze is zeer schoon.
1713.
Onder de lering in de namiddag traden 7 Sadduceeën tot Jezus en
ondervroegen Hem over de verrijzenis en over het geval van een
vrouw die reeds 7 mannen had gehad.
Jezus antwoordde dat er na de verrijzenis geen
geslacht noch geslachtsbetrekkingen meer zouden
zijn, en dat God de God van de levenden en niet van
de doden is. Ik zag dat allen over zijn uitspraken verstomd
waren.
Ook de Farizeeën kwamen uit hun gestoelte en spraken onderling.
Één van hen die een positie in de tempel bekleedde en Manasse
heette, trad vooruit en vroeg Jezus zeer bescheiden welk van de
geboden het verhevenste was. Jezus verklaarde het hem.
Manasse loofde Jezus met overtuiging.
Hierop antwoordde Jezus hem dat het Rijk van God
niet meer ver van hem verwijderd was. Hij zei hierna
nog enige dingen betrekkelijk de Christus en David
en besloot hiermee de lering (zie Matteüs, geheel 22).
Matteüs 22
Het koninklijke bruiloftsmaal
1. En Jezus antwoordde en sprak wederom in gelijkenissen tot hen en zeide:
2. Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een koning, die voor zijn zoon een bruiloft
aanrichtte.
3. En hij zond zijn slaven uit om de ter bruiloft genodigden te roepen, doch zij wilden niet
komen.
4. Wederom zond hij andere slaven uit, met de boodschap: Zegt de genodigden: Zie, ik heb
mijn maaltijd bereid, mijn ossen en gemeste beesten zijn geslacht en alles is gereed; komt tot
de bruiloft.
5. Maar zij sloegen er geen acht op en gingen heen, de een naar zijn akker, de ander naar zijn
zaken.
6. De overigen grepen zijn slaven, en zij mishandelden en doodden hen.
7. En de koning werd toornig, en hij zond zijn legers uit en verdelgde die moordenaars en stak
hun stad in brand.
8. Toen zeide hij tot zijn slaven: De bruiloft is wel gereed, maar de genodigden waren het niet
waard.
9. Gaat daarom naar de kruispunten der wegen en nodigt allen, die gij aantreft, tot de bruiloft.
Fascikel 28
3249