background image
Petrus zegde dit met grote zelfzekerheid en als gekwetst in zijn
eer.
Jezus antwoordde met een heftigheid, die ik nog
nooit bij Hem gezien had (omdat het hier er om ging
vermetel zelfvertrouwen, dus gebrek aan ootmoed in
Petrus te bestrijden.) Hij was nog heviger dan die keer, toen
Hij tot Petrus zei: ”Wijk van mij! satan!”
Hij zegde hun dat, indien zijn genade en zijn gebed
hen niet weerhield, zij allen zouden vallen. Dat zij
allen, wanneer zijn uur gekomen zou zijn, Hem
zouden verlaten, dat slechts één onder hen niet zou
wankelen, maar dat zelfs deze nog zou vluchten en
daarna weerkeren. Hij bedoelde hiermee Joannes,
die bij Jezus’ gevangenneming onder het vluchten
zijn mantel achterliet (Mk. 14, 51-52).
Deze voorspellingen stemden hen treurig (cfr. Joa. 16, 6).
1717.
Judas was bij heel dit gesprek zeer vriendelijk; hij had een
gedwongen lach op het gelaat en toonde zich zeer voorkomend.
Zij ondervroegen Jezus ook nog over zijn Rijk, dat tot hen moest
komen en Hij sprak onbeschrijfelijk zoet daarover, en
zei hun dat zij een andere Geest zouden ontvangen
en dat zij eerst na het ontvangen van die Geest alles
zouden verstaan.
Hij zei hun dat Hij tot zijn Vader moest gaan en dat
Hij hun dan die andere Geest zou zenden, die van de
Vader en Hem uitgaat. Ik herinner me duidelijk dat Hij dit
gezegd heeft (cfr. Joa. 15, 26).
Ook zegde Hij iets wat ik niet nauwkeurig kan herhalen, want het
horen en vernemen in de extase gaat niet gelijk het vernemen door
middel van woorden. Me dunkt nochtans dat Hij gezegd heeft dat
Hij in het vlees gekomen was om de mens te verlossen, dat Hij
Fascikel 28
3257