background image
Jezus treedt de laatste maal als leraar in de
tempel op.
1731.
Dinsdag in de Goede Week, 27 maart. –
Jezus onderwees de gehele dag in de tempel, zonder
in het minst door vijanden gestoord of onderbroken
te worden. Zijn woord was ernstig.
Hij sprak over de waarheid en over het zelf-doen en
zelf-onderhouden van wat men leert. Ook HIJ wilde
nu vervullen hetgeen Hij geleerd had.
Het was niet genoeg te geloven, men moest ook het
geloof vervullen (volgens het geloof leven, Jak. 1, 23).
Zij allen, zijn toehoorders, ja, zelfs de Farizeeën konden Hem
niets ten laste leggen, wat niet waar en juist was in zijn leer, maar
nu wilde Hij ook de waarheid, die Hij voorgehouden
had, vervullen in zijn terugkeer tot de Vader.
Maar, alvorens heen te gaan, wilde Hij hun nog alles
overlaten en geven wat Hij had. Geld en goed had
Hij niet (Hand. 3, 6), maar Hij wilde hun zijn gezag en
volmacht meedelen en een vereniging met hen
stichten, die tot het einde der dagen zou duren en
nog inniger zou zijn dan zijn tegenwoordige
vereniging. Hij wilde hen ook allen verbinden tot
ledematen van hetzelfde lichaam (cfr. I Kor. 10, 17; Joa.
14, 20).
Hij noemde zoveel op, wat Hij nog met hen doen wilde, dat Petrus
de hoop opvatte dat Hij nog langer bij hen zou blijven, en tot
Jezus zei: “Indien Gij dit allemaal nog met ons wilt doen, zult Gij
bij ons moeten blijven tot het einde van de wereld.”
Jezus zegde ook wat op het laatste avondmaal
hoofdzakelijk zou gebeuren, zonder evenwel het
Fascikel 28
3286