(dus onder de plafondopening en tussen de neerhangende
loofpiramiden).
De ene zijde van de tafel was onbezet en dáár diende men de
spijzen op, die tussen een rij zuilen door over het binnenhof
aangebracht werden.
Aan deze zijde had alleen Simon, die zijn gasten diende, zijn
plaats. Ook stonden hier 3 hoge platte waterkruiken onder de
tafel op de grond.
De gasten lagen bij deze maaltijd op lage, dwars staande banken,
die van achteren een aansluitende leuning hadden en van voren
een arm waarop men leunde. De banken stonden twee en twee,
zodat telkens de 2 die er op lagen, mekaar in het aangezicht
zagen. De vrouwen aten ditmaal in een open zaal links en konden
schuinweg over het binnenhof de maaltijd van de mannen zien883.
1738.
Zodra alles gereed was, werden door Simon en zijn dienaar Jezus,
de apostelen en Lazarus afgehaald. Zij hadden feestklederen aan
(cfr. Mt. 22, 12). Simon droeg een lang kleed, een gordel met
figuren en aan de ene arm een lange manipel (zie fasc. 27, nr.
1566, voetnoot 816); deze was beneden met harige franjes
afgeboord. De dienaar droeg een bovenkleed zonder mouwen.
Simon begeleidde Jezus, de dienaar de apostelen. Zij gingen niet
over de straat noch door Simons huis (dat nabij de straat gelegen
is; zij kwamen aan de achterkant binnen, zie hiervoor nr. 1737,
voetnoot 882), maar kwamen langs achteren over het binnenhof in
de zaal. Immers, in Betanië was zeer veel volk en er was door de
talrijke vreemdelingen, die begerig waren om Jezus te zien, een
883 Het binnenhof is met een zuilengang omgeven.
In die gang zijn de deuren van kamers die tegen de ringmuur aangebouwd
zijn en in deze gangen is gewoonlijk ook de keuken ingericht.
Zo brengen de dienaars uit deze keuken de spijzen tussen de zuilen over
het binnenhof in de eetzaal en konden de vrouwen uit hun eetzaal tussen de
zuilen schuinweg over het binnenhof in de zaal der mannen zien.
Fascikel 28
3296
|