background image
en gaf hun nauwkeurige aanwijzingen over alles wat
zij zich in Jeruzalem aan te schaffen en voor het
paasmaal in gereedheid te brengen hadden en zei
hun: “Bij het beklimmen van de berg Sion1 zult gij
een man met de waterkruik ontmoeten. Gij moet hem
op de hielen volgen tot in het huis (van het
avondmaal) en hem zeggen: “De Meester laat u weten
dat zijn tijd nabij is; Hij verlangt het paasmaal bij U
te houden.” Na dit gezegd te hebben, moet gij u door
hem de eetzaal laten tonen, die tot dit doel reeds
toegerust is en daar al het nodige in gereedheid
brengen.”
1745.
Hierop zag ik de 2 apostelen te Jeruzalem in een vallei ten zuiden
van de tempel naar de noordzijde van de (westelijke) Sionberg
opstijgen. Aan de zuidkant van de tempel stonden meerdere rijen
huizen. Hiertegenover volgden zij een opstijgende weg aan de
ene kant van een beek, die op de bodem van de diepe vallei
vloeide en hen van die huizen scheidde.
Toen zij nu op de berg Sion, die hoger was dan de tempelberg,
gekomen waren en zich naar het zuidelijk gedeelte van de Sion
richtten, troffen zij op een open en ietwat opstijgende plaats in de
buurt van een oud gebouw (het Cenakel), dat door een ruim
binnenplein omgeven was, de aangeduide man aan, volgden hem
1 Bedoeld is westelijk Sion.
Die man was vermoedelijk water gaan halen in de vijver Siloë en was nu
door de apostelen, die geen last te dragen hadden en bijgevolg vlugger
doorstapten, ingehaald. De apostelen kenden reeds die man, want op het
paasfeest het vorig jaar te Betanië, was hij de huisvader van Jezus geweest,
d.i. had de tafel voorgezeten en daarom noemt Matteüs hem ‘een zeker
man’, als om te zeggen: een bekende, een vriend van ons, Mt. 26, 18.
De Evangelist zal wel een reden gehad hebben om de naam van de man
niet te noemen.
Fascikel 29
4