background image
De kleine bekers, die rondom de grote kelk stonden, vielen andere
kerken ten deel:
-
één daarvan belandde te Antiochië en
-
een tweede te Efeze;
de 7 bekers zijn bij 7 kerken terecht gekomen.
De kleine bekers behoorden oudtijds toe aan patriarchen;
zij dronken daaruit de geheimzinnige drank bij het ontvangen en
doorgeven van de zegen zoals ik het vroeger gezien en verteld heb
(zie fasc. 1, nrs. 25-27).
De grote kelk was reeds in het bezit van Abraham, Melchisedek
bracht hem mee uit het land van Semiramis waarheen hij verzeild
was, naar het land van Kanaän, toen hij te Jeruzalem de
grondvesten van allerhande plaatsen kwam leggen; hij heeft van
die kelk gebruik gemaakt bij het offer waarin hij in de
tegenwoordigheid van Abraham brood en wijn opdroeg en daarna
heeft hij hem aan Abraham nagelaten. Zelfs is de beker reeds bij
Noach geweest; hij stond in de Ark, geheel van boven. (Hier slaan
wij de halve bladzijde over waarin de zienster verhaalt hoe Noach
in het bezit kwam van de kelk).
1754.
De kelk was ook in het bezit van een stam van goede
nakomelingen van Noach, die nabij Babylon woonden; zij werden
als slaven door Semiramis verdrukt. Melchisedek leidde hen van
daar weg naar Kanaän en bracht de kelk met zich mee. Ik zag dat
hij een tent had in de buurt van Babylon en dat hij, alvorens hen
weg te brengen, daar brood voor hen zegende en brak; anders zou
hun de nodige kracht ontbroken hebben om weg te trekken en
zulk een weg af te leggen. Die mensen hadden een naam die
ongeveer luidt als ‘Samanen’.
Misschien zijn bedoeld de bewoners van Sennaar (= plaatsnaam in 
Oost‐Sudan tussen de Blauwe en de Witte Nijl) of ook van 
Soemmaar.  
Fascikel 29
32