background image
Dit kransje werd hem afgenomen en gestuurd aan de H. Maagd
die zich met de H. Vrouwen in een verderaf gelegen bijgebouw
bevond. Het lammetje werd nu om het midden van het lijf met
zijn rug op een plankje vastgebonden, en dit ziende dacht ik aan
Jezus aan de geselkolom.
Simeons zoon hield de kop van het lam omhoog en Jezus stak
het met een mes in de keel. Hij gaf hierop het mes aan
Simeons zoon, die doorging met de slachting en bereiding van het
lam.
Jezus scheen met een zeker medelijden en tegenzin
het lam te wonden en Hij deed het zeer haastig en
ernstig. Het bloed werd opgevangen in een bekken en men
overhandigde Jezus een hysopstwijg.
Jezus doopte het hysopbosje in het bloed en schreed nu
naar de deur van de zaal en tekende de 2 stijlen en
het slot met het bloed en bevestigde de bloedige twijg
op de bovendrempel van de deur. Ondertussen sprak
Hij plechtig en zei o.m. dat de verderfengel hier
voorbij zou gaan zonder te doden; dat zij hier veilig
en rustig konden aanbidden, wanneer Hij, het ware
Paaslam, geslacht zou zijn; dat hiermee een nieuwe
tijd en een nieuw offer zouden beginnen, die
voortduren zouden tot het einde van de wereld.
Zij begaven zich dan naar de paashaard aan het einde van de zaal,
waar eenmaal de Verbondsark had gestaan en waar reeds vuur
aangemaakt was.
Jezus besprenkelde de haard met het bloed en wijdde
hem tot een altaar; het overgebleven bloed en vet
werden onder het altaar in het vuur gegoten.
Daarna schreed Jezus onder het zingen van psalmen
met de apostelen het Cenakel rond en wijdde het tot
Fascikel 29
40