1761.
Zeer haastig (Ex. 12,11) aten zij ook nog knoflook en groene
kruiden die zij in de saus doopten. Het paaslam nuttigden zij
staande; ten hoogste rustten zij een weinig tegen de leuningen van
hun ligstoelen. Jezus brak ook één van de paasbroden,
legde een deel ervan ter zijde en bedekte dit met een
doek, terwijl Hij het ander stuk verdeelde. Zij nuttigden
nu ook de broodkoeken.
Vervolgens werd opnieuw een beker wijn gebracht. Jezus
echter dankte en dronk er niet van.
Hij sprak: “Neemt en verdeelt hem onder u, want Ik
zeg u, Ik zal voortaan niet meer drinken van de
vrucht van de wijnstok, totdat het Rijk Gods komt.”
Nadat zij twee en twee gedronken hadden, zongen zij. Dan bad
en leerde Jezus weer en daarop volgde nog een
handwassing. En nu eerst gingen zij op hun zitplaatsen
neerliggen. Al het overige hadden zij in staande houding verricht
en in grote haast en slechts aan het einde een weinig geleund8.
1762.
De Heer heeft nog een ander lam in delen gesneden
(het 2e paasgebraad? zie nr. 1760, laatste alinea). Dit droeg men
naar de H. Vrouwen die in een zijgebouw hun maal hielden. Nu
aten zij kruiden, salade en saus. Jezus was buitengewoon
soms ook heel dun en dan wat groter. Zo is het nog bij de Arabieren. Het
wordt niet gesneden, maar gebroken of gescheurd (cfr. ‘t H. L. 8e jg. 30).
Mislin en De Géramb die veelvuldig bij Libanese sjeicks te gast waren,
vermelden zeer dikwijls die dunne broden. Men wierp ze naast hen op het
vloertapijt of legde ze op een bord van de gasten en soms ook dienden
zulke broden tot bord (Mislin, I, 180; III, 258; De Gérarnb, II, 288).
8 In staande houding. – Jezus hield zich aan de wetsvoorschriften, voegde er
niets aan toe, maar liet ook niets achterwege (Ex. 12, 11). De Farizeeën,
fier op hun onafhankelijkheid, achtten zich gerechtigd daarbij aan tafel
gelegen te zijn als vrije mensen (Volgens de Misjna, Pesachim).
Fascikel 29
45
|