background image
aan Judas, die schuin tegenover Hem zat, te naderen. Judas
was de derde aan wie de Heer het H. Sacrament toereikte, doch
zijn woord week terug van de mond van de verrader. Ik was zo
ontsteld, dat ik niet meer juist kan zeggen wat ik daarbij
ondervond. Jezus echter voegde Judas deze woorden
toe: “Wat gij van plan zijt te doen, doe dat spoedig!”
Dan gaf Hij verder het H. Sacrament aan de overige apostelen; zij
naderden twee en twee en de een hield voor de ander onder de kin
een kleine stijve, gefestoneerde doek die op de kelk gelegen had.
Jezus hield nu ook de kelk bij de beide hengsels
omhoog ter hoogte van zijn aangezicht en sprak de
woorden der instelling erover uit als sprak Hij IN de
kelk. Onder deze handeling was Hij geheel lichtend,
verheerlijkt en als doorschijnend: Hij ging over in
datgene wat Hij gaf. Hij liet Petrus en Joannes
drinken uit de kelk, die Hijzelf in zijn handen hield
en zette hem daarna neer.
Joannes schepte nu met de kleine lepel van het H. Bloed uit de
kelk in de kleine bekers, die door Petrus aan de overige apostelen
toegereikt werden; elke kleine beker diende voor 2 van hen en zo
nuttigden zij het H. Bloed. Ook Judas heeft nog van het H. Bloed
gedronken, maar dit herinner ik me niet meer met alle zekerheid;
hij keerde niet meer terug naar zijn plaats, doch aanstonds ging hij
de zaal uit en verliet het Cenakel11.
11 Volgens een andere uitspraak van K. heeft Judas werkelijk het H. Bloed
genuttigd: “Ik zag hoe Judas tot Jezus naderde, hoe Jezus aan die verrader
zijn Vlees en Bloed te eten gaf en hem met eindeloze smart deze woorden
toefluisterde: “Wat je doet, doe het gauw”.”
(Vie d’A.C. Emmerick, II, 312).
Of dit zou zo maar in ‘t algemeen gezegd kunnen zijn, want het H. Lichaam
ontvangend, nuttigt men de gehele Christus.
Th. Neumann heeft Judas alleen het H. Lichaam zien ontvangen, waarna hij
wegging (Gerl. I, 278, 281). Bij visionairen treft men zulke detailverschillen
aan.
Fascikel 29
58