Satan ging te werk als de sluwste en geslepenste Farizeeër:
-
hij legde Jezus te laste de aanleiding te zijn geweest tot de
kindermoord die Herodes had bevolen;
-
de oorzaak te zijn geweest van de nood en het gevaar van zijn
ouders in Egypte;
-
hij rekende het Hem als een schuld aan, Joannes de Doper niet
van de dood te hebben gered,
-
hele families te hebben ontwricht en verdeeld,
-
verworpelingen onder zijn hoede te hebben genomen,
-
vele zieken niet te hebben genezen,
-
de Gergesenen grote schade berokkend te hebben, aangezien
Hij de bezetenen bevolen had hun brouwkuip om te storten en
Hijzelf hun kudden zwijnen in het Meer had gedreven, waarin
alle dieren omgekomen waren.
-
Nog verweet hij Jezus het hervallen van Maria-Magdalena in
de zonde niet verhinderd te hebben,
-
andermans goed te hebben verkwist en
-
zijn eigen familie in de steek gelaten te hebben.
Kortom, al wat de bekoorder een gewoon mens, die zulke
uitwendige handelingen zou hebben volbracht zonder hogere
aanleiding of bovennatuurlijk inzicht, in het uur van de dood
zou kunnen voorhouden met het doel hem te beangstigen en
tot wanhoop te brengen, bracht de satan hier onder de ogen
van Jezus’ beangstigde ziel om Hem te doen wankelen, want
het was hem onbekend dat Jezus de Zoon van God was en hij
bekoorde Hem als een onbegrijpelijk en allerrechtvaardigst
mens.
1786.
Ja, onze Zaligmaker gaf dermate aan zijn zwakke Mensheid de
overhand, dat Hij zelfs deze bekoring toeliet, waaraan ook heilige
mensen in hun stervensuur nopens de innerlijke waarde van hun
goede werken soms blootgesteld zijn.
Fascikel 29
97
|