1790.
Deze avond was er in Jeruzalem weinig lawaai. De Joden troffen
in hun huizen de nodige toebereidselen tot het feest18. De
kampeerplaatsen van de vreemde paasgasten waren niet
opgeslagen in de nabijheid van de Olijfberg. Op mijn tochten her
en der zag ik ondertussen hier en daar enige vrienden en
leerlingen van Jezus elkander ontmoeten, met elkaar meegaan en
samen spreken; zij schenen zeer ongerust en vol vrees voor het
een of ander noodlottig voorval.
De Moeder van de Heer, Maria Magdalena, Marta, Maria van
Kleofas, Maria Salome en Salome hadden zich van de eetzaal of
het Cenakel naar het huis van Maria Markus (in de wijk Ofel,
naast de Kedronvallei) begeven. Verontrust door de geruchten die
zij opgevangen hadden, waren zij van daar vóór (buiten) de stad
gegaan om tijdingen over Jezus in te winnen.
Hier nu kwamen Lazarus, Nikodemus, Jozef van Arimatea en
enige verwanten uit Hebron bij hen en trachtten hen gerust te
stellen en hun angst te kalmeren. Hoewel deze vrienden, deels
door persoonlijke aanwezigheid in de zijgebouwen van het
Cenakel, deels door leerlingen op de hoogte gekomen waren van
de droevige voorspellingen van Jezus tijdens en na het
avondmaal, toch waren zij nog bij sommige kennissen van hen
onder de Farizeeën op inlichtingen uitgegaan, en ook van dezen
hadden zij niets vernomen, wat er op wees dat nieuwe stappen
tegen Jezus ondernomen waren en dat men zo onmiddellijk een
aanslag op Jezus wilde wagen. Daarom zeiden zij dat het gevaar
18 Toebereidselen tot het feest. – De Joden waren op dit ogenblik in hun
huizen bezig met de ceremonie van het opzoeken, verbranden of
verwijderen van alle zuurdesem. Dit had plaats in de avond van de 13e
Nisan, wanneer feitelijk volgens hun berekening de 14e Nisan reeds
begonnen was.
Wij gaven in fasc. 13, na nr. 450 een korte beschrijving van het joodse
paasfeest. Wat het verwijderen van de zuurdesem betreft, zie speciaal in
deze beschrijving van het joodse paasfeest (2e deel).
Fascikel 29
104
|