25. Maar zo zegt de HERE: Toch worden de gevangenen aan een sterke ontnomen, en ontkomt
de buit van een geweldige. Ik zelf zal strijden tegen uw bestrijders en Ik zelf zal uw zonen
redden.
26. En Ik zal uw verdrukkers hun eigen vlees doen eten, en van hun eigen bloed zullen zij
dronken worden als van jonge wijn; en al het levende zal weten, dat Ik, de HERE, uw Redder
ben, en uw Verlosser, de Machtige Jakobs.
Uit: NBG-vertaling 1951
***
1793.
Na de schepping van de eerste mens zond God Adam een diepe
slaap over, opende zijn zijde en ontnam hem één van zijn ribben
en vormde ermee Eva, zijn vrouw, de moeder van alle levenden
en Hij stelde haar nu aan Adem voor, die sprak: “Dit is been van
mijn gebeente en vlees van mijn vlees. De man zal vader en
moeder verlaten om zijn vrouw aan te hangen en zij zullen 2 zijn
in één vlees.” (Gen. 2, 23-24).
Dit is het huwelijk waarvan geschreven staat: “Dit sacrament is
groot; ik zeg het ten aanzien van Christus en zijn Kerk.” (Efez. 5,
32).
Want Christus, de nieuwe Adam, wilde ook de slaap over zich
laten komen, nl. de doodslaap aan het kruis;
Hij wilde ook zijn zijde laten openen, opdat de nieuwe Eva, zijn
maagdelijke bruid, de Kerk, de moeder van alle levenden,
daaruit gevormd zou worden.
Hij wilde haar
-
het bloed van de Verlossing,
-
het water van de zuivering en
-
zijn Geest geven,
de 3 die getuigenis afleggen op aarde.
Hij wilde haar de sacramenten geven, opdat zij een zuivere,
heilige en vlekkeloze bruid zou zijn; Hij wilde haar Hoofd zijn;
wij moeten haar ledematen zijn, aan het Hoofd onderdanig, been
van zijn gebeente en vlees van zijn vlees.
Fascikel 29
110
|