background image
Gewapend met alle mogelijke foltermiddelen, instrumenten en
aanvalstuigen vochten die benden op sommige ogenblikken deels
tegen elkander en dan met verbeten woede eensgezind tegen de
lieve Heer. Het was een ontzettend schouwspel.
De aanhangers van de slang scholden en vloekten, spuwden,
gooiden en goten met vuilnis, slingerden, staken, hieuwen en
sloegen met hun wapens op Jezus in. Hun wapens, zwaarden en
spiesen gingen op en neer als de vlegels op een onmetelijke
dorsvloer; en al die razenden verenigden hun woede tegen het
hemelse tarwegraantje, dat op aarde neergedaald en in de aarde
gestorven was om in het oneindige vermenigvuldigd allen eeuwig
te spijzen met het Brood des Levens en in hen vruchten ten
eeuwigen leven zonder einde voort te brengen.
1797.
Ik zag Jezus te midden van die woeste scharen, waaronder ik vele
blinden meende te zien, zo ellendig en geschokt, alsof Hij
werkelijk door hun wapens getroffen werd. Ik zag Hem waggelen
van de ene kant naar de andere. Nu eens richtte Hij zich weer op,
maar zonk aanstonds weer neer, en ik zag hoe die slang die legers
telkens opnieuw ten aanval aandreef en ondertussen met haar
staart in hun gelederen heen en weer sloeg en allen die zij
omwierp of omver slingerde, dan wurgde, verscheurde en
verslond.
Er werd mij dan te kennen gegeven dat de benden die Hem zo
verscheurden en ontvleesden, diegenen waren, die Jezus Christus
in het aanbiddelijk mysterie van het H. Sacrament op de meest
verschillende wijzen mishandelden, in dat sacrament van zijn
liefde, waarin Hij onder de gedaanten van brood en wijn
waarachtig tegenwoordig is met zijn Godheid en mensheid,
met zijn lichaam en ziel, met zijn vlees en bloed.
Ik herkende onder die vijanden van Jezus alle klassen van
beledigers van het H. Sacrament, dat levend onderpand van zijn
voortdurende, persoonlijke tegenwoordigheid in de katholieke
Kerk.
Fascikel 29
118