Het wambuis of scapulier of lijfrokje was met de benedenrand om het middel
gesnoerd en hiervan hing een soort rokje neer dat bestond uit losse riemen
en dus alle bewegingsruimte aan de benen verleende.
Voor zwaarden verwijzen wij naar de afbeelding hieronder.
Spiezen bestaan uit een houten steel, voorzien aan het einde van een
bladvormig scherp uitlopend metaal om te steken. Rechtstaande reikt de
schacht slechts tot aan de schouders, maar de lans is dubbel zo lang.
Tal van lantaarns, bestemd om op stokken gedragen te worden, werden
teruggevonden. Soms stond de lantaarn recht op het boveneinde van de
stok, zoals de flambouwen (= fakkels die uit stukken touw of een soortgelijk
materiaal bestaan die met was, talk, hars of teer zijn doordrenkt) in onze
kerken. Soms hing hij neer aan het gebogen einde van de stok.
Zo’n lantaarn vermeldt K. uitdrukkelijk verder in nr. 2020.
Venstertjes van hoorn laten het licht door de zijwanden schijnen.
Toortsen en fakkels bestaan uit een stok of stuk hout, aan het boveneinde
doordrenkt met zeer brandbare stof: asfalt, teer of pek of hars.
De bende, met zulke wapens uitgerust, kwam op de weg die tussen de
Olijfhof en die van Getsemani dringt, lezer neme onder ogen de kaart hierna.
Fascikel 29
154
|