26; 11, 21), de vurigste en meest verkleefde aanhangers van Jezus
waren, en dat er derhalve te vrezen viel dat zij, terwijl de stoet
door hun wijk trok, pogingen zouden doen om Jezus te ontzetten.
De verrader wist trouwens wel dat Jezus hier een groot aantal
behoeftige bouwlieden vertroost, geholpen en genezen had. Dit
had Hij o.m. gedaan, toen Hij na de moord op Joannes te
Macherus, van Betaniƫ uit, naar Hebron reisde om de vrienden en
verwanten van Joannes te troosten.
Op zijn doorreis vertoefde Hij in Ofel en genas bij die
gelegenheid zeer vele, Hem verkleefde dagloners, die bij het
instorten van het grote bouwwerk en van de toren Siloƫ gewond
geworden waren (fasc. 22, nr. 1023).
Fascikel 29
176
|