background image
Het merendeel van die arme mensen sloten zich na de nederdaling
van de H. Geest bij de eerste christengemeente aan.
Toen de christenen zich van de Joden afscheidden en meerdere
nederzettingen van nieuwe christenen stichtten, richtte men van
hier uit, dwars door de vallei tot (ten zuiden van) de Olijfberg vele
hutten en tenten op. Toen was Stefanus hier in zijn element en
kon hij zijn aanleg ontplooien.
Ofel is een met muren omringde heuvel (die het kernbegin van
Jeruzalem was en tot in 70 na Christus zijn muren bewaard heeft)
ten zuiden van de tempel (zie fasc. fasc. 8, deel ‘Jeruzalem’, D,
Nadere beschrijving van het stadsterrein of hoogvlakte; en grote
kaart 3); het komt mij voor dat het maar weinig kleiner is dan ons
stadje Dülmen.
1818.
De goede inwoners van Ofel werden door het geschreeuw van de
luidruchtig binnenrukkende bezetting uit hun slaap opgeschrikt;
zij liepen ijlings uit hun huizen de straat op en naar de poort waar
zich de soldaten bevonden om van hen te vernemen wat deze
herrie te betekenen had en wat er aan de hand was. De
soldatenbende die een samenraapsel, een mengsel was van laag
maar hoogmoedig slavengespuis, ontving hen met spotgelach en
dreef hen met geweld naar hun huizen terug. Maar spoedig
vernamen de dagloners van Ofel hier en daar uit betrouwbare
bronnen de tijding: “Jezus, de misdadiger, uw valse profeet, wordt
gevankelijk de stad binnengebracht, de hogepriester wil een einde
aan zijn drijverijen maken en Hem zijn overmoed afleren, Hij zal
gekruisigd worden!” Hierop vervulden zij hun verontruste wijk
met luid gekerm en geween. De arme inwoners, zowel vrouwen
als mannen, liepen weeklagend her en der of wierpen zich met
uitgestrekte armen op de knieën en smeekten tot de hemel om
hulp, terwijl zij Jezus’ weldaden luid verkondigden. Doch de
soldaten sloegen en stieten hen en joegen hen met geweld in alle
richtingen naar hun woningen terug.
Fascikel 29
177