Jezus voor Annas (Joa. 18, 19-23).
1825.
30 maart = 14 Nisan; Goede Vrijdag, daags vóór de joodse
Pasen. –
Omstreeks middernacht werd Jezus over een verlicht voorplein
het paleis van Annas binnengeleid en in een zaal gebracht, die zo
groot was als een kleine kerk. Omringd van 28 raadsheren zat
Annas tegenover de hoofdingang op een verhoog, waaronder men
aan weerskanten kon doorgaan (naar een achterzaal). Aan de
voorkant van het verhoog leidde een hoge trap, die meerdere
bordessen of trapvloertjes telde, tot de zetel van Annas. Dit
gerechtsverhoog bereikten de raadsleden van uit een achterste
binnenzaal van het gebouw door een deur.
Jezus, die nog omringd was door een deel van de soldaten die
Hem gevangen genomen hadden, werd door de
gerechtsdienaars die Hem opleidden, bij de koorden enige
Fascikel 29
197
|