die zich door hun verguizingen en beschuldigingen
onderscheidden, geld gaven en hen met hun kameraden in het
gerechtshof van Kaïfas binnenlieten.
Het gerechtshof van Kaïfas.
1828.
Om in het rechtshuis van Kaïfas te komen, treedt men eerst door
een poort (1, zie op Plattegrond) op een groot voorplein of
buitenplaats. Dan komt men weer door een andere poort (2) op
een ander plein dat met zijn muren het gehele gebouw omgeeft.
(Wij zullen dit laatste voortaan ‘binnenplein’ noemen).
Het huis is meer dan tweemaal zo lang als breed.
Het voorste deel (van het huis) vormt een voorhof, dat aan 3
kanten door zuilengangen omringd is (voorgesteld door 3 rijen
punten, 7, 7) en in het midden een dakloze ruimte onder de blote
hemel vormt. Dit voorhof is geplaveid en wordt ATRIUM
genoemd (6). Het heeft aan 3 zijden een ingang (3, 4, 5) en de
voornaamste van deze 3 of hoofdingang (5) is in de lange zijde
van het huis; (de andere 2 ingangen zijn gewoonlijk gesloten).
Wanneer men langs de hoofdingang binnentreedt, komt men links
bij een gemetselde, onder de blote hemel gelegen vuurgroef of
haard, waarin voortdurend vuur onderhouden wordt (8).
Wendt men zich binnentredend rechts, dan staat men vóór de
vierde zijde van het atrium. Deze zijde ligt een paar treden hoger
(cfr. Mk. 14, 66) en achter een rij hoger kolommen (hoger dan de
kolommen der 3 andere zijden, en waarvan ook de basissen hoger
geplaatst zijn). Dit hoger gedeelte is een overdekte ruimte,
ongeveer half zo groot (10, 10) als het (niet overdekte) atrium.
Fascikel 29
207
|