| 
 Hier volgde op de uitgelaten woede van het gepeupel het gegrom 
en gefluister van een kwalijk ingehouden razernij. 
Van de hoofdingang wendde de stoet zich rechts tot vóór de 
rechtszaal en toen Jezus op die weg voorbij Joannes en 
Petrus kwam, zag Hij hen met een liefdevolle blik 
aan, zonder evenwel het hoofd naar hun kant te 
wenden, om hen niet te verraden. 
Fascikel 30 
219 
 |