background image
Ook brachten nu nog een paar ellendelingen in, dat Hij een
buitenechtelijke Zoon was, doch anderen logenstraften dat weer
en beweerden integendeel: “Dat is gelogen! Zijn Moeder was een
godvrezende tempelmaagd en ook haar echtgenoot was een zeer
godvruchtig man: wij zijn bij hun trouw tegenwoordig geweest.”
De getuigen begonnen dan over dit punt met elkander weerom te
twisten. Verder verweet men Jezus nog, en ook aan zijn
leerlingen, dat zij geen offers naar de tempel brachten.
Ik heb inderdaad nooit gezien dat Jezus of de apostelen, sedert zij
met Jezus meegingen, offers in de tempel brachten43 behalve de
paaslammeren.
Jozef en Anna offerden evenwel dikwijls voor Jezus, zolang zij
leefden. Maar deze beschuldiging was waardeloos, want ook de
Essenen dreven geen slachtoffers naar de tempel en werden
daarom niet strafwaardig geoordeeld. Met de beschuldiging van
toverij kwamen zij herhaaldelijk voor de dag en Kaïfas zelf
bevestigde meermalen dat die verwarring der getuigen een gevolg
van zijn toverkunst was.
1835.
Nu zeiden enigen dat Hij reeds gisteren (nl. de vorige avond, dus)
onwettig, op de huidige sabbat (voorbereidingsdag of parasceve,
hier geeft K. weer aan een feest de naam sabbat: fasc. 13, nr. 432,
voetnoot 194) het paaslam had gegeten en dat Hij ook reeds
verleden jaar daarin onregelmatigheden had ingevoerd44.
43 Ten minste eenmaal in het jaar moesten de Joden de tempel bezoeken en
iets offeren volgens hun vermogen (Deut. 16, 16-17).
Vermits Jezus geen steen in eigendom had om er zijn hoofd op te rusten te
leggen, was die wet voor Hem niet verplichtend. Overigens was Hij als Zoon
van God ervan ontslagen (Mt. 17, 25).
44 Jezus had onwettig, een dag vroeger, het paaslam genuttigd.
Fascikel 30
223