Zij bonden Hem een vuile vod voor de ogen, sloegen Hem met
vuisten en stokken en schreeuwden: “Grote Profeet, raad nu
eens wie van ons U geslagen heeft!” Doch Jezus
antwoordde niet, bad inwendig voor hen, zuchtte en
liet zich slaan.
1840.
Aldus mishandeld, onkennelijk gemaakt, bezoedeld en als een
spotkoning met een mantel omhangen, sleepten zij Hem bij
de ketting vooruit naar de achterste raadszaal. (Al het
voorgaande was gebeurd in de gerechtszaal, nadat het Sanhedrin
zich had teruggetrokken in de raadszaal). Hier waren alle
raadsheren vergaderd.
Fascikel 30
236
|