background image
Dit geschiedde gelijk alles met stormachtige haast en ruw
geweld.
De gerechtsdienaren dreven Hem onder spot en mishandeling
tussen de rijen soldaten, die vóór het huis reeds waren
verzameld, als was Hij een weerloos offerdier, dat men ter
slachtbank leidt, de rechtszaal binnen. Toen Hij, geheel
misvormd door de mishandelingen, bevuild en afgemat,
zonder andere kleding dan zijn deerlijk gehavende
ondertuniek vóór de rechters verscheen, maakte zijn akelig
uitzicht hen nog afkeriger en woedender. In het hart van geen
dezer versteende Joden ontstond een gevoel van medelijden.
1850.
Kaïfas, vol haat en verachting voor Jezus, die daar in zulk een
ellendige toestand vóór hem stond, sprak tot Jezus: “Indien Gij de
Gezalfde des Heren, de Messias zijt, zeg het ons!”
Nu hief Jezus het hoofd op en sprak met heilig geduld
en plechtige ernst: “Indien Ik het u zegde, zoudt gij
Mij niet geloven; en indien Ikzelf u daarover
ondervroeg, zult gij niet antwoorden noch Mij
vrijlaten, doch van nu af aan zal de Zoon des Mensen
zetelen aan de rechterhand van de kracht van God.”
Mekaar aanziend zeiden zij spottend en op een toon vol
verachting tot Jezus: “Zo, Gij zijt dus de Zoon van God? Gij?”
Hierop antwoordde Jezus met de stem van de eeuwige
Waarheid: “Ja, zoals ge zegt, Ik ben het!”
Op dit woord zeiden zij tot elkander: “Waartoe hebben wij nog
getuigen nodig? het bewijs is geleverd; een overtuigender bewijs
kunnen wij niet verlangen. Nu hebben wij het immers uit zijn
eigen mond gehoord!”
Allen richtten zich nu op en vielen in scheldwoorden tegen
Jezus uit, de ellendeling, de landloper, de bedelaar van lage
Fascikel 30
259