1857.
Aan Pilatus’ paleis grenst ten oosten het raads- of rechtshuis van
de oude Herodes (26). In het binnenhof daarvan is het dat vele
onschuldige kinderen vermoord geworden zijn. Sindsdien is het
een weinig verbouwd. De ingang kwam aan de oostkant (27),
doch een andere toegang (28) is aan Pilatus voorbehouden van
zijn voorhuis uit.
Aan deze kant van de stad lopen 4 straten van het oosten naar het
westen; 3 ervan leiden naar het paleis van Pilatus en naar het
forum, doch de 4e loopt ten noorden van het forum naar de poort,
waardoor men naar Betsoer (Betsoer 1) gaat. (Andere naam:
Hoekpoort, huidige Damascuspoort).
Dicht bij deze poort ligt in die straat het rijke huis dat Lazarus te
Jeruzalem bezit en waarin ook Marta een eigen woning heeft.
De straat die van deze 4 het dichtst bij de tempel loopt, komt uit
op de Schaapspoort, waarnaast, wanneer men er in treedt (om de
stad te verlaten), ter rechterhand de gemetselde Schaapsvijver zo
dicht bij de muur gelegen is, dat zijn uiteinde door bogen van de
muur overwelfd is; (hij komt om zo te zeggen, tot onder de bogen
van de stadsmuur).
Buiten de muur heeft hij een uitmonding in het dal van Josafat (of
Kedron). Hierdoor is de grond op deze plaats vóór de poort
slijkerig. Ook omringen nog enige gebouwen die vijver.
In deze vijver worden de lammeren, vóór ze naar de tempel
gebracht worden, een eerste maal grofweg gewassen, om daarna
nog eens met meer plechtigheid ceremonieel gereinigd te worden
in de vijver Bethesda ten zuiden van de tempel.
(Zie welk een verklaring wij aan dezelfde woorden gegeven hebben
in nr. 1840).
In de tweede straat ligt een huis met voorhof, dat aan Anna, de
moeder van Maria, had toebehoord.
(cfr. fasc. 2, kaart zie ook hierna en het ‘Tussenblad met uitleg van
het kaartje’ vóór nr. 62).
Fascikel 30
276
|