Deze bank wordt door Flavius Josephus beschreven als volgt:
“Hij verhief zich in de noordwesthoek van het Tempelplein.
De burcht was gebouwd op deze 50 el hoge rots (d.i. 25 m, wat een
overdrijving van 15 m betekent). Deze rots was aan alle zijden wegens
haar loodrechte wanden onbeklimbaar, ontoegankelijk. Bovendien was
ze van onder tot boven met marmerplaten bekleed; deze maakten de
wanden niet alleen sierlijk, maar tevens zo glad, dat al wie langs deze
muren had willen opklimmen of afdalen, naar beneden moest tuimelen.”
Tot hier Flavius Josephus.
Fascikel 30
286
|