background image
De vloerstenen meten ongeveer een meter in het vierkant en zijn 35 cm 
dik.  Rondom dit plein, vooral rondom de noordelijke helft liggen de 
meeste resten van oud bouwwerk en van bewerkte rots; ze zijn op onze 
schetsen door de zwartste gedeelten aangeduid.  
In het plaveisel van dit plein zijn 2 openingen om het water uit de 2 
ondergrondse waterreservoirs op te halen (15); deze liggen overhoeks 
onder het plein.  Ze zijn respectievelijk 50 en 39 m lang en elk 6 m breed; 
hun gewelf is gemetseld met stenen van groot kaliber.  Ze liggen diep 
onder de grond, aangezien ze onder een plein liggen, dat zelf 
anderhalve meter onder de weg ligt en meer dan 2 m onder de vloer van 
het klooster der zusters van Sion dat zich boven de noordelijke helft 
uitstrekt, terwijl de straat boven de zuidelijke helft loopt.  Het oude 
plaveisel dient nu tot vloer in de kelders van het klooster van Sion.  In de 
zuidwesthoek van deze kelders daalt een trap af naar de gang die langs 
de westelijke waterbak loopt.  
Een eeuw na Jezus’ dood bouwde Keizer Hadrianus boven de straat, die 
toen, evenals in Jezus’ tijd over de zuidelijke helft van dit plein liep, een 
triomfboog met een grote middenpoort en 2 kleine zijpoorten.  De 4 
staanders zijn op onze schets met 4 blokjes aangeduid (35).   
-
De zuidelijke boog is verdwenen;  
-
de middelste overwelft de straat en  
-
de noordelijke is met de staander van de middelboog in het Sion‐
klooster ingewerkt.   
Hier overwelft deze zijboog het altaar en boven de boog is een nis, 
waarin een ecce‐homo‐beeld geplaatst is; dit beeld bevat een toespeling 
op de valse traditie dat de Ecce‐homo‐scene op deze triomfboog zou 
hebben plaatsgehad.  
 
Keren wij terug naar de burcht van Herodes.   
Van deze uitgebreide burcht, waarvan nu ook een paleis deel uitmaakte, 
zegt Flavius Josephus: “Hij was niet minder prachtig van binnen dan 
sterk van buiten; hij was zeer gerieflijk ingericht met badkamers en 
zalen, net als een paleis.  Door de aanwezigheid en voorraad aan alle 
benodigdheden geleek hij op een stad.  In zijn geheel had hij het 
voorkomen van een fort of toren, die zelf versterkt was door 4 torens op 
de hoeken, op gelijke afstand van elkaar.  Drie ervan waren 50 el hoog; 
Fascikel 30
289