met een vernieuwde ijver het volk weer op te hitsen en met geld
om te kopen.
Pilatus behandelde hen met de diepste verachting en slingerde hun
met meer andere verwijten ook de volgende spotwoorden toe:
“Zult gij heden bij het slachten van de paaslammeren niet genoeg
onschuldig bloed zien vloeien?”
1876.
Nu was het juist het uur waarop ieder jaar de dag vóór Pasen,
volgens een oud gewoonterecht, een afvaardiging van het volk
naar de landvoogd kwam om de in-vrijheid-stelling van een
gevangene te vragen.
De Farizeeën hadden daarom zo even, van het paleis van
Herodes uit, onderhandelaars gezonden naar de stadswijk
Akra, ten westen van de tempel, om de daar vergaderde
volksmenigte met geld te overhalen om zich te verzetten tegen
de vrijspraak van Jezus, doch integendeel zijn kruisiging te
vragen.
Pilatus nu hoopte dat het volk verkiezen zou dat Christus
vrijgelaten werd en wilde het daarom de keus laten tussen Jezus
en een gevreesd misdadiger, met name Barabbas, die reeds ter
dood veroordeeld was, zodat er hun niet te kiezen zou vallen.
Immers deze misdadiger die Barabbas heette, was door iedereen
vervloekt: in een oproer had hij een moord bedreven; ik heb hem
nog bij andere gelegenheden allerhande wandaden zien bedrijven.
Hij had zich plichtig gemaakt aan toverij en had zwangere
vrouwen de vrucht uit het lichaam gesneden, doch nadere
omstandigheden ben ik vergeten.
Er ontstond nu een beweging onder het volk op het forum en een
groep drong tussen de menigte vooruit met hun woordvoerders
aan het hoofd, en deze, hun stem verheffend, riepen luid in de
richting van het terras waarop Pilatus zich bevond: “Pilatus,
verleen ons de gunst, die gij ieder jaar met het feest verleent!”
Fascikel 30
332
|