Onderbreking van de lijdensvisioenen.
1884.
9 maart 1823. Zondag van Laetare.
Feest van de H. Jozef in het bisdom Münster. –
Hier is Brentano aan het woord:
Al de tijd van deze lijdensvisioenen, die zij van dag tot dag kreeg, vanaf
18 februari tot 8 maart, zaterdag vóór de zondag van Laetare, had
Katarina door haar deelname naar ziel en lichaam aan de smarten van
Jezus, onzeglijk veel geleden.
Onbewust van wat buiten haar gebeurde, geheel verloren in de
beschouwing van Jezus’ passie, kreunde en steunde zij als een gefolterd
kind. Sidderend en zich krommend kroop zij wenend en kermend op
haar legerstede heen en weer en haar aangezicht was als dat van een
mens die in de wreedste pijnen sterft.
Dikwijls vloeide bloedig zweet over haar borst en rug. Overigens had zij
vaak zweetcrisissen en wel bijna altijd in zulk een mate, dat haar
klederen ervan dropen en zelfs haar beddengoed ervan doordrenkt was.
Zij leed tegelijkertijd een zo hevige dorst, dat zij scheen het te zullen
besterven, gelijkend op een verdwaalde in een waterloze woestijn die
sterft van dorst. Dan was haar mond ‘s morgens zo uitgedroogd en haar
tong zo diep in haar keel achteruit getrokken, dat zij slechts met
onduidelijke klanken en met tekenen om hulp kon vragen.
Daarenboven vergezelde een dagelijkse koorts al die pijnen.
***
Afgezien van al het voorgaande, had zij voort haar dagelijkse gewone
smarten, haar lijden om anderen en haar van anderen overgenomen
lijden te verduren.
Eerst nadat zij met grote moeite en na verloop van tijd enigermate weer
op krachten gekomen was, vermocht zij de passievisioenen te verhalen,
en ook dit kon zij niet dagelijks volledig noch doorlopend, doch slechts
bij brokken, met herhalingen en aanvullingen.
Fascikel 30
351
|