background image
Magdalena’s verschijning integendeel steekt daar sterk tegen af:
zij is groter, voller en zwaarder. In haar gestalte en beweging
vertonen zich meer de lichaamsvormen, doch door haar
hartstochtelijkheid, gevoeligheid, berouw en onmetelijke
droefheid is haar schoonheid getaand; zij ziet er nu bijna
verschrikkelijk uit, om niet te zeggen lelijk wegens haar mateloze
en onbeheerste smarten.
Haar klederen zijn nat en beslijkt en hangen slordig en zelfs
gescheurd om haar lichaam. Haar lang hoofdhaar hangt los en
wanordelijk onder haar natte en verwrongen sluier; zij is ontdaan
en geheel van streek; zij waant zich in haar lijden ongelukkig en
gelijkt bijna op een waanzinnige.
Er zijn hier vele mensen uit Magdalum en omstreken, die haar
gekend hebben, eerst in haar vroeger luxueus leven, daarna in
haar ellendiger toestand en zondig verkeer. Daar zij nu sedert
lang uit hun ogen verdwenen is, wijzen zij haar met de vinger na
en slingeren haar beledigingen toe wegens haar verwaarloosd
uiterlijk.
Zelfs hebben enige ruwe kerels uit Magdalum in het voorbijgaan
met slijk naar haar geworpen; zij is zo in haar droefheid verdiept,
dat zij daar zelfs geen acht op geeft.
(In de beschrijving van de gans ongewone figuur die Magdalena is, 
blijft Katarina steeds zichzelf getrouw.  De passage hierboven is te 
vergelijken met die in Emmanuel fasc. 19, nr. 854,  
alsook fasc. 19, nr. 854, voetnoot 438).  
Doornenkroning en verguizing van Jezus
(Mt. 27, 27-31; Mk. 15, 16-19; Joa. 19, 2-3).
1889.
Na de voormelde onderbreking van de passievisioenen waren deze 
nauwelijks herbegonnen, of de zienster werd zwaar ziek; zij leed aan 
hevige koorts en had zulk een geweldige dorst dat haar tong 
Fascikel 30
358