De beulen rukten Jezus in rechtop knielende houding en Hij
moest met de grootste inspanning en met karige hulp, die
Hem onder mishandeling geboden werd, de zware kruisbalk
op zijn rechterschouder nemen en met zijn rechterarm
omvatten.
Ik zag onzichtbare engelen Hem daarbij helpen, anders zou Hij
dat gewicht onmogelijk op zijn schouders gekregen hebben. Nu
lag Hij daar geknield, gebogen onder zijn last.
1904.
Terwijl Jezus bad, legden andere kruisigers de 2 moordenaars
de kruis-dwarsbalken, die van de stam gescheiden waren, dwars
op hun nek en bonden hun omhoog geheven handen daar op vast.
Deze dwarsbalken waren niet geheel recht, maar een weinig
gebogen en werden pas bij de kruisiging vastgehecht aan het
boveneinde van de kruisstammen die hun met de overige
gereedschappen door slaven nagedragen werden.
Nu hief de bazuinblazer der ruiterij van Pilatus een geschal aan en
een van de bereden Farizeeën naderde tot Jezus die daar nog met
zijn last geknield lag en riep: “Het is uit met uw schijnheilige
woorden”.
“Maakt dat we spoedig van Hem af zijn! Voorwaarts! vooruit!”
Met geweld rukten zij Jezus rechtop en nu woog op zijn
schouders de hele last van het zware kruis, dat wij, volgens
zijn heilige woorden achter Hem moeten dragen.
Hierop stelde zich in beweging de stoet van de Koning der
Joden, zo misprezen op aarde, maar zo glorievol in de hemel.
Men had 2 koorden aan het achtereinde van het kruishout
gebonden en 2 gerechtsdienaren hieven het daarmee van de grond
op, zodat het hing en niet over de grond sleepte. Vier andere
beulen, op een groter afstand rond Jezus, hielden de koorden vast
van zijn gordelboei, die weer om zijn middel gelegd was. Zijn
mantel was samengepakt en zo om zijn bovenlijf gebonden. Met
de bij elkaar gebonden kruisbalken op de schouders herinnerde de
Fascikel 31
397
|