background image
Juist daalde daar uit de middelste straat (uit het westen) een
heiden af; nl. Simon van Cyrene, die van zijn 3 zonen vergezeld
was. Onder zijn arm droeg hij nog een bundel rijshout; hij was
een tuinier en kwam van zijn werk uit de tuinen nabij de
oostelijke (moet zijn: westelijke) stadsmuur108. Jaarlijks kwam
hij met vrouw en kinderen kort vóór het paasfeest naar Jeruzalem
om, evenals soortgelijke tuinarbeiders, hier en daar bij de burgers
de heggen te snoeien. Hij kon zich door het gedrang niet uit de
voeten maken, en daar de soldaten aan zijn kleding zagen dat hij
een heiden en een eenvoudig dagloner was, grepen zij hem vast,
trokken hem erbij en dwongen hem de Galileeër het kruis te
helpen dragen. Eerst bood hij weerstand, protesteerde met afkeer
tegen hun dwang, maar kon er zich toch niet aan onttrekken. Zijn
kinderen schreiden en huilden, doch enige vrouwen, die de man
kenden, namen ze met zich mee.
Simon ondervond aanvankelijk een grote afkeer en tegenzin.
De arme Jezus zag er zo schrikwekkend ontdaan en ellendig
uit. Zijn klederen waren reeds weer geheel met slijk bedekt,
vooral ten gevolge van zijn vallen. Hij weende en zag
Simon met een erbarmende, indrukwekkende blik
aan.
Simon moest Jezus van de grond helpen opstaan. Hierop bonden
de beulen de ene kruisarm meer naar achteren en hechtten die met
een touw op Simons schouders vast. Simon volgde Jezus dicht op
de voet en nu drukte de kruislast minder zwaar op Hem alleen.
Zij trokken ook de doornenkroon weer anders en zo geraakte
eindelijk de treurige stoet weer in gang.
108 Simon kwam uit het westen, daalde de straat af die Jezus na deze val zal
inslaan. Hij kwam van de tuinen, dus uit de Tuinenwijk die ten W. van de
stadsmuur gelegen was. Dus moest K. zeggen in plaats van oostelijke,
westelijke stadsmuur. De fout kan ook een misverstaan geweest zijn van
Brentano, die toen geen geografie of topografie van Palestina en Jeruzalem
kende.
Fascikel 31
414