background image
-
Een vertakking richt zich links naar het zuidwesten door de
vallei Gihon naar Bethlehem toe113.
113 De weg liep door de vallei Gihon naar Bethlehem. – Uit de Bijbel is
bekend de Gihon-bron, thans Mariabron of bron der trappen, Ain-el-Deradj
geheten en ontspringend aan de oostvoet van de heuvel Ofel (I Sam. 1, 33-
45; II Kron. 32, 30).
Gihon is hier ook niet bij vergissing gezegd voor Gê-Hinnom of Hinnomdal,
want in nr. 1947 komt Abenadar uit de vallei Gihon in de vallei Hinnom.
Door vallei Gihon is bedoeld de vallei ten westen van Jeruzalem, die begint
bij Birket Mamilla en deze reusachtige waterbak wordt door K. verder bron
Gihon genoemd. Dit Birket ligt 600 m ten noordwesten van de Jaffapoort
(zie tekst en kaartje in fasc. 8, deel ‘Jeruzalem’, I. Enige tot nog toe niet
genoemde monumenten rondom de stad).
De vallei die daar begint, loopt eerst in de richting van de Jaffapoort en
wendt zich vóór deze poort zuidwaarts. Waar ze zich opnieuw oostwaarts
wendt, krijgt ze de naam Hinnom, nu wadi Rababi.
Het gebruik van de naam Gihon door K. vindt niet zijn grond in de Bijbel; zij
volgt wellicht de mening van haar tijd, waarin men het Bijbelse Gihon in deze
omgeving ten westen van Jeruzalem zocht. Zo wordt die westelijke vallei
Gihon genoemd door Mislin in II, 180 en op zijn kaart; ook in Pet. Boll. T I,
157, nota; ook door een Duits protestantse reiziger in ‘Umwanderungen’, blz.
150.
Fascikel 31
432