background image
Gedurende de aannageling en de daarop volgende kruisoprichting
verhief zich hier en daar, vooral onder de vrouwen, een
medelijdend protest: “Waarom, hoorde men, verzwelgt de aarde
die verachtelijke beulen niet? Waarom verteert het vuur van de
hemel hen niet?” Doch met hoon en spot reageerden de beulen op
deze uitingen van liefde.
1929.
Jezus’ verzuchtingen waren louter klanken van pijn,
die hem ontsnapten, terwijl Hij bepaalde psalmen en
voorzeggingen bad op het ogenblik dat Hij ze
vervulde. Ook op heel zijn weg en tot aan zijn dood
was Hij ononderbroken in zulk gebed en in deze
vervulling verdiept.
Ik heb al die passages gehoord en meegebeden.  Ook anders, 
wanneer ik nl. vroeger psalmen bad, vielen die plaatsen mij altijd op, 
maar nu ben ik zo geheel verbrijzeld en ontredderd door de 
geweldige smarten en folteringen van mijn hemelse Bruidegom, dat 
ik ze onmogelijk allemaal zou kunnen samenbrengen.   
Gedurende Jezus’ onmenselijke martelingen zag ik wenende
engelen boven Hem verschijnen.
Bij het begin van Jezus’ aannageling aan het kruis had de
bevelhebber van de Romeinse wacht de door Pilatus geschreven
titel op het bovenstuk van het kruis laten vasthechten.
De Farizeeën waren er nu nog meer over geërgerd en erdoor
gegriefd (= beledigd), daar de Romeinen er zich vrolijk over
maakten en om die titel schaterlachten: “Koning van de Joden!”
Enige Farizeeën lieten de maat van een nieuw opschrift maken en
reden dan naar de stad terug en vernieuwden bij Pilatus hun
Fascikel 31
462