background image
elkander verdeelden; ook kreeg ieder zijn deel van het lange, witte
bovenkleed dat op de borst gespleten en daar met linten
toegestrikt werd; men scheurde het ter verdeling op dezelfde
wijze; zij verdeelden ook de halsdoek, de gordel, zijn
schouderkleed en lendendoek, die alle met Jezus’ bloed
doordrenkt waren. Daar zij het onder elkander niet eens konden
worden over zijn bruine, zonder naad geweven tuniek, waarvan de
stukken hun nergens toe hadden kunnen dienen, indien zij het
kledingstuk hadden gescheurd, haalden zij een lotspel dat zij bij
zich hadden te voorschijn, om de zaak te beslechten.
Dit was een plankje waarop getallen stonden en op dit plankje
wierpen zij boonvormige stenen uit, waarin tekens aangebracht
waren en zo verdobbelden zij het kleed. Maar nu kwam tot hen
een bode uit een groep mensen, die Nikodemus en Jozef van
Arimatea daartoe afgevaardigd hadden, de berg opgelopen met de
tijding dat kopers van de kleding van Jezus zich aan de voet van
de berg bevonden. Hierop raapten de beulen alle kledingstukken
bij elkaar, liepen vlug naar beneden en verkochten ze en zo bleven
deze heilige relikwieën in het bezit van de christenen.
Jezus tussen moordenaars aan het kruis.
1933.
Na de schudding die Jezus door de heftige neerploffing van
het kruis gekregen had, bloedde zijn gedoornenkroond hoofd
overvloedig en ook zijn handen en voeten vergoten rijkelijk
zijn allerheiligste bloed.
Nu klommen de beulen op ladders naar boven en maakten de
koorden los, waarmee zij Jezus’ heilig lichaam aan de
kruisbalken vastgebonden hadden, opdat het bij de oprichting
van het kruis niet uit de nagelen zou scheuren. Nu kreeg het
bloed dat nog zo even door het snoeren der koorden in zijn
loop gehinderd was en dat nu in plaats van een horizontale een
verticale richting kreeg, een nieuwe stuwing en de vrije loop.
Fascikel 31
474