Wij hebben meerdere nummers zonder commentaar op mekaar laten
volgen om het indrukwekkende verhaal niet te moeten onderbreken.
Daarin hebben ons vooral getroffen de beschrijvingen die K.E. ons geeft
van de gekruisigde Jezus en van de gestalte van Jezus zoals Hij er uit zag
als een gezond mens. Doch eerst nog een paar andere bemerkingen.
De beulen verdeelden Jezus’ klederen.
Hierover zegt Daniel‐Rops: “De klederen van de veroordeelden
behoorden toe aan de beulen; dit was hun fooi, hun pannicularia. Later
heeft een decreet van keizer Hadrianus hun dit van rechtswege
toegestaan.” (Jezus in zijn tijd, blz. 420).
De verschrikkelijke toestand van gekruisigden.
In verband met de verschrikkelijke toestand van gekruisigden zegt
dezelfde: “Men begrijpt dat de eerste christenen die met eigen ogen
gekruisigde lichamen aan de balk hadden zien hangen, verstijfd en
verwrongen, zolang geweigerd hebben Jezus in die afzichtelijke
toestand af te beelden. Na de intrede van de dood lijkt het mensenwrak
van een gekruisigde op een tragische zigzaglijn: lichaam ineengezakt, de
knieën stomphoekig vooruit, het hoofd hangend op de borst met de kin
tegen het borstbeen.
***
Op de weg waaraan Jezus in die smadelijke toestand hing, was druk
verkeer, vooral in die tijd van het jaar, op de vooravond van Pasen: de
pelgrims waren overtalrijk naar het feest gekomen. Het soort
marktplein of poortplein was in het Oosten altijd vol lediggangers,
nieuwsgierigen, al mensen van dat soort dat vermeld is in Ps. 69: “Die
aan de poort wijn zaten te drinken, zongen spotliederen tegen Mij.”
(Jezus, blz. 417‐420). Velen lazen het opschrift van het kruis, zegt Joa.
19, 20, en daarvoor was het nodig te komen tot dicht bij het kruis, zodat
zij Jezus in heel zijn verguizing en mismaaktheid goed hebben gezien.
Fascikel 31
479
|