en sedertdien is de ware christen in de verlatenheid van de
dood, in de afwezigheid van alle troost, nooit meer eenzaam.
Er bestaat voor de christen in zijn laatste nood bij de dood
geen woestijn meer, geen volstrekte eenzaamheid, geen
algehele verlatenheid, geen reden tot wanhoop meer,
want Jezus die het licht, de waarheid en het leven is, is zelf die
donkere weg gegaan, heeft door zijn zegen de verschrikking
ervan weggenomen. Hij heeft zijn kruis in deze woestijn
opgericht.
1943.
Geheel verlaten, doodarm en hulpeloos gaf Jezus
zichzelf ten beste, zoals het de liefde eigen is; ja, Hij
maakte zijn verlatenheid zelf tot een allerrijkste
schat, want Hij offerde zichzelf, geheel zijn leven, al
zijn werken, zijn beminnen en lijden en het
smartelijk gevoel van onze ondankbaarheid aan zijn
hemelse Vader op voor onze zwakheid en armoede.
Hij maakte voor God zijn Testament en vermaakte
daarin al zijn verdiensten aan de Kerk en aan de
zondaars. Hij was allen indachtig, was in zijn
verlatenheid bij allen die tot het einde der tijden
leven zouden en zo bad Hij ook voor die
dwaalgelovigen die beweren dat Hij als God zijn
lijden niet gevoeld heeft en niet, of toch minder, heeft
geleden dan een gewoon mens, die dezelfde
toestanden zou doormaken.
Doordat ik deelnam aan zijn gebed en alles
meevoelde, was het mij of ik Hem hoorde zeggen dat
men als een zekere waarheid moet voorhouden dat
die smarten der verlatenheid integendeel bitterder
voor Hem geweest zijn dan ze voor enig ander mens
hadden kunnen zijn, aangezien Hij volkomen met de
Godheid verenigd was, volmaakt God en volmaakt
Fascikel 31
503
|