background image
Dit lafenisapparaat stak hij op de top van zijn lans en hief het in
de hoogte tot bij Jezus’ aangezicht, zodanig dat het hysopbuisje
tegen de mond van Jezus kwam. Nu kon Jezus de azijn door het
buisje uit de spons zuigen.
Van de woorden waarmee ik Jezus het volk hoorde
vermanen, herinner ik mij alleen nog dat Hij zei:
“Als ik geen stem meer zal hebben, zal de mond van
de doden spreken.”
Waarop enigen uitriepen: “Hij houdt nog niet op met te lasteren!”
Abenadar evenwel gebood stilte.
1946.
Daar nu het uur van de Heer gekomen was, geraakte
Hij in doodstrijd. Een klam zweet brak over al zijn
ledematen uit.
Joannes die aan de voet van het kruis stond, droogde met zijn
zweetdoek Jezus’ voeten af. Magdalena, door droefheid geheel
verbrijzeld, leunde tegen de achterzijde van het kruis.
De H. Maagd, ondersteund door Maria van Kleofas en Salome,
stond tussen het kruis van Jezus en dat van de goede moordenaar
en zag op naar haar stervende zoon.
Toen sprak Jezus: “Het is volbracht.”
Hij richtte zijn hoofd op en riep met luide stem:
”Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest!”
Dit was een zoete, luide kreet, die hemel en aarde
doordrong132. Dan liet Hij het hoofd zinken en gaf de
buisje met een lans aan de mond van Jezus bracht, zodat Hij door het buisje
azijn uit de spons kon zuigen.
132 Luide kreet: “Vreemd was die laatste luide kreet van Jezus, onmiddellijk
vóór zijn dood, want de kruisiging verlamt de longen en snoert de keel dicht.”
(D. Rops, Jezus in zijn tijd).
Fascikel 31
508