stopgezet was, weer doen hervatten en waanden zij zich reeds met
de terugkeer van het licht overwinnaars, of opeens beefde de
aarde en hoorde men een zwaar dof gedruis; het kraken van
vallende muren met daartussen het sissend scheuren van het
voorhangsel des tempels wekte een ogenblik een stomme,
doodstille angst onder de enorme volksmenigte, doch weldra werd
hier en daar de stilte door angstgeroep en weegeschrei verbroken.
Nochtans waren de oefeningen zo goed geordend, was de menigte
zo goed gerangschikt, het grootse tempelgebouw zo ordelijk vol
volk, het komen en gaan van de massa, die hun lam kwamen
slachten, zo minutieus geregeld, het slachten zelf, het opvangen
van het bloed in bekkens, het uitgieten en sprenkelen ervan op het
altaar door de lange rijen van ontelbare priesters onder
begeleiding van aangepast luid gezang en dreunend bazuingeschal
zo punctueel verricht, volgde alles zo samenhangend en
ongedwongen op elkaar als de schakels van een ketting, dat de
schrik niet aanstonds tot een algemene verwarring en
wanordelijke vlucht oversloeg.
Zo werd in dat uitgestrekt gebouwencomplex met zijn vele zalen
en zuilengangen het slachten en offeren in sommige plaatsen nog
rustig voortgezet, terwijl schrik en ontsteltenis in andere hoeken
uitbrak en de priesters in andere gedeelten er in slaagden de vrees
te bedaren, tot dat uiteindelijk de verschijning van doden in
meerdere plaatsen van de tempel, die er door verontreinigd werd,
alles uiteendreef en aan de slachtoffering een einde maakte. Doch
ook dit voorval overkwam de menigte niet op zulk een manier, dat
ze verrast en verward, in drommen hals over kop en op een draf
de vele trappen afliep, doch de aftocht geschiedde geleidelijk,
want terwijl de ene groep na de andere de trappen af naar buiten
vluchtte137, werden andere afdelingen hier en daar door de
137 Men daalde van de trappen af. – Uit het voorhof van de priesters, waar
de slachting van de lammeren plaatshad, daalde men in oostelijke richting
met 15 treden in het voorhof der vrouwen af.
Uit dit voorhof kwam men met 5 treden op een omlopend terras en van hier
bereikte men met 15 treden het voorhof van de heidenen. Dit werd ook aan
Fascikel 31
520
|