priesters en door afsluitingen weerhouden en bij elkaar gehouden.
Niet op iedere plaats was de angst en verschrikking even groot,
doch alles bijeen en in het algemeen was hij niettemin
onbeschrijfelijk.
de noord- en zuidkant van de tempel met een groter of minder getal treden
bereikt, naar gelang men het voorhof der mannen of der vrouwen verliet (cfr.
fasc. 8, deel ‘De Tempel’, V. Het Tempelplein).
Fascikel 31
521
|